Wat heb je nodig?
- 200g bloem
- 100g witte basterdsuiker
- Rasp van een halve citroen
- 1/4tl zout
- 1tl bakpoeder
- 1 geklutst ei
- 125g koude (ongezouten) roomboter
- 3 grote appels (Jonagold)
- 50g kristalsuiker
- 2tl kaneel
- 20g paneermeel
Keukenbenodigdheden
- Kleine taartvormpjes van ongeveer 10 cm doorsnee
- Deegroller
- Mengkom
Bereiding
Stap 1.
Meng voor het deeg de bloem, basterdsuiker, citroenrasp, zout en bakpoeder door elkaar. Snij de roomboter in kleine stukjes en kneed samen met de helft van het geklutste ei tot een soepel deeg. Pak het deeg in met plastic folie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
Stap 2.
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Stap 3.
Rol het deeg uit tot ongeveer een halve centimeter dik en bekleed hiermee de ingevette vormpjes. Bestrooi met paneermeel.
Stap 4.
Snijd de appels in blokjes en meng met de suiker en kaneel. Verdeel de appelblokjes over de vormpjes. Snij van de rest van het deeg reepjes en maak hiervan een ruitpatroon op de appels. Bestrijk het deeg met het overige ei en bak de taartjes in ongeveer 25 minuten gaar.
Stap 5.
Laat de taartjes helemaal afkoelen voordat je ze uit de vormpjes haalt.
Tip!
Maak een dubbele portie en vries de taartjes in. Als je ze ontdooit even 5 minuten op 180 graden opwarmt in de oven, heb je altijd een vers gebakje in huis!